zondag 17 maart 2024

Man in het Wild

Jaco Benckhuijsen - Man in het Wild. Uitgeverij De Geus, 2022. 234 blz.

In Man in het Wild verkent Jaco Benckhuijsen in zijn kajak afgelegen plekken op aarde. Hij vaart over woeste zeeën aan de kust van Alaska, bij de Aloeten, daarna verkent hij de kusten en eilanden van Papoea-Nieuw-Guinea en uiteindelijk helemaal in het zuiden bij Vuurland. Op aanstekelijke wijze zet hij zichzelf, de mens, tegenover de overweldigende natuur en haar onvoorspelbaarheid. Hoe kwetsbaar is hij in zijn bootje op de woeste golven. Alles om in leven te blijven heeft hij bij zich, alleen moet er wel op tijd een droge plek aan land gevonden worden waar hij zijn tentje op kan zetten en vuur kan maken. 

Op respectvolle wijze beschrijft hij de mensen die hij ontmoet, met wie hij soms vriendschap sluit, ook al weet hij dat dat eindig zal zijn. Zodra hij vertrekt, is het uit het oog, maar voor hem niet uit het hart. Zoals Rod, een Australiër die hij in Papoea-Nieuw-Guinea ontmoet:

'Een echte wildeman, denk ik, vrij en zonder vrienden, familie of kinderen, met een eigen boot, een laptop en een kleine bemanning; kon in de gewone wereld niet aarden, viel van avontuur in avontuur, totdat hij ontdekte dat hij niet meer terg het land op kon, net als de walvissen, en altijd zonder vrouw zou blijven. Nu kent hij geen ander leven dan dit schommelende bestaan, een meter boven de zeespiegel. Heeft niemand meer nodig en niemand heeft hem nodig. Een vacuüm waarin je cynisch kunt worden of misschien juist heel vrij en liefdevol.'

Een prachtig en aanstekelijk reisboek. Waarvoor je zelf niet op pad hoeft, maar toch alles meebeleeft.


zaterdag 9 maart 2024

Montmatre heeft echt bestaan, portret van een wijk.

 Guus Luijters - Montmatre heeft echt bestaan, portret van een wijk. 521 Uitgevers, 2003 - 232 blz.


Voor wie van Parijs houdt een onontbeerlijk boek. De kunstenaars die eind 19e eeuw, begin 20e eeuw de wijk Montmartre bevolkten worden levendig geschetst. Veel namen, veel straten, veel drank. Luijters roept de sfeer op van toen en vertelt het ontstaan van de verschillende cabarets als le Moulin Rouge en le Chat Noir. Mooi zijn ook de foto's om het straatbeeld van toen weer te geven. Het ging er rumoerig aan toe en ik kan me voorstellen dat menig schrijver en kunstenaar daar wilde zijn, omdat het daar gebeurde. Daar kon je groot worden, hoewel dat lang niet iedereen lukte. Zelfs Van Gogh heeft er geprobeerd zijn schilderijen onder de aandacht te brengen.
Alphonse Allais, Picasso, Aristide Bruant, het zijn namen uit een ver verleden, maar nog steeds levendig aanwezig in hun teksten en beelden.

Halverwege is een aantal teksten opgenomen van de schrijvers en dichters, in een vrije vertaling van Luijters zelf. Heel vermakelijk is het tekstje van Erik Satie over de dag van een musicus. 'Opstaan om 7 u 18; inspiratie: van 10 u 23 tot 11 u 47. Ik lunch om 11 over 12 en ga van tafel om 14 over 12.'

Achterin beschrijft Luijters een wandeling door het Montmartre van 2003, een mooi detail is dat hij als kind een jaar in de steeg naast de Moulin Rouge woonde. Dan komt Parijs wel in je bloed te zitten. 

zaterdag 2 maart 2024

Lipari



Robert Welagen - Lipari, Nijgh & Van Ditmar, 2006 - 92.blz.


De ik, een student die graag alleen op reis gaat om ergens op Europa een aantal dagen te verblijven, logeert in een hotel op het Italiaanse eiland Lipari. Het liefst zit hij aan het zwembad van een hotel een eindje verderop. Daar ontmoet hij een stel, de oudere Gerard en de jonge en charmante Chaphine. Gerard zit overdag in de schaduw, gebogen over een stapel papieren, Chaphine ligt op een ligstoel in de zon en neemt af en toe een duik in het verder verlaten zwembad. Met z'n drieën zwijgen ze vooral, al wisselen Gerard en de ik nog wel eens een paar woorden.

De zon en de stilte benadrukken de leegte in elk van de drie levens, maar ook het ongrijpbare. De ik wil graag meer weten van Gerard en zijn jongere vriendin. Waarom zijn ze daar, komt zij echt van het eiland zoals Gerard beweert, waar leven ze van? Als ze een keer op het strand afspreken, komt de verteller meer te weten, maar of hij daardoor dichter bij komt, is maar de vraag. 

Robbert Welagen schept een bijzonder aangename sfeer in zijn novelle Lipari, als kleine golfjes op het water ontrolt zich het verhaal.
 

zondag 29 januari 2023

De vrienden van middernacht

Raoul Hynckes - De vrienden van middernacht. Privé-domein, De Arbeiderspers, 1973

In het privé-domein De vrienden van middernacht - overigens een prachtige titel -  beschrijft Raoul Hynckes (1893-1973) in een aantal korte verhalen zijn bestaan als schilder: gesprekken met Pyke Koch, Carel Willink en anderen uit die tijd en de plekken waar hij woonde, zoals Brussel, Amsterdam en Blaricum. Ook gaat hij dieper in op de functie van kunst en de waarde ervan voor de maatschappij. In een stuk over Van Gogh geeft hij treffend aan dat ook in de jaren ’50 er al waanzinnige bedragen omgingen in de kunst, zoals de verzekering voor ruim vijf miljoen gulden voor het vervoer van 6 schilderijen van Amsterdam naar Tokyo voor een expositie:

‘Waren onze grootouders gek toen zijn Van Gogh als een nul beschouwden of zijn wij het, die hem zien als het genie van de moderne kunst? Welke betekenis moeten we hechten aan onze smaak en artistiek gevoel, waar we zo prat op gaan? Vandaag is meneer zus-en-zo een ezelsveulen, morgen roepen wij hem uit tot een grote meester. Vijfeneenhalf miljoen gulden voor zes schilderijen, terwijl men ze nog voor geen gulden wilde hebben toen Van Gogh leefde. Zijn we gek geworden? Het is om te blozen van schaamte en van woede. Kunnen we het cynisme en het groteske nog verder voeden?’

Wat dat betreft is het er niet veel beter op geworden. De prijzen voor schilderijen van bekende overleden kunstenaars zijn spectaculair hoog, niet in verhouding voor wat de kunstenaar er ooit zelf voor kreeg. Wat zou hij nu vinden van de prijs voor zijn eigen werk? Dat blijft bescheiden: voor ongeveer vierduizend euro kun je er een aanschaffen.

zondag 4 september 2022

De sneeuwpanter

 Sylvain Tesson - De sneeuwpanter, De Arbeiderspers, 2021.

De sneeuwpanter van de Franse schrijver Sylvain Tesson is zo’n boek waarvan je tijdens het lezen al weet dat je het nog eens gaat lezen. Omdat het belangrijk is. En mooi geschreven. Een spannend reisverslag verweven met een wereldbeeld waar je misschien niet blij van wordt, maar waar je niet onderuit kunt. Met drie reisgenoten vertrekt Tesson naar Tibet om in de Himalaya de laatste sneeuwpanters te spotten. De leegte en grootsheid van het landschap en de kwetsbaarheid van de natuur laten hem inzien hoe zeer de mens de baas speelt op aarde, terwijl diezelfde mens in het licht van de evolutie vrij weinig voorstelt.


Tesson, reiziger, filosoof en bovenal avonturier, woont in Parijs om de hoek van de Notre Dame maar is het liefst op pad. Hij heeft een duidelijke afkeer van de menselijke onhebbelijkheid om via allerhande schermpjes de wereld binnen te halen, waardoor iedere levensdrift verdwijnt. ‘Sinds de cyberrevolutie keken we alleen nog maar naar bewegende beelden, maar zelf bewogen we niet meer.’

De schrijver legt alles vast met woorden. In prachtige en rijke volzinnen beschrijft hij de kou en de ontberingen, maar ook de schoonheid van de lege dalen en berghellingen. Tussen zijn observaties door citeert hij even makkelijk uit bekende en minder bekende literatuur als uit de Tao Te Ching.

‘Kan jouw ziel de eenheid omvatten?’ stond er in het tiende hoofdstuk van de Tao Te Ching. Die vraag was een probaat slaapmiddel. Ik vroeg me het voortdurend af sinds we dieren tegenkwamen.’

De humor overschaduwt de serieuze boodschap allerminst. Ook zonder in de Himalaya op zoek te zijn naar de bijna onzichtbare sneeuwpanter, zou je ervan doordrongen moeten zijn dat het niet al te best gesteld is met de wereld in het algemeen en de natuur in het bijzonder. Zijn boek is urgent. Groots en urgent.

zondag 28 augustus 2022

Op het water

Guy de Maupassant - Op het water, uitgeverij Vleugels, 2021.

De roman Op het water, voor het eerst verschenen in 1888, staat bol van rake en vermakelijke observaties over de mensheid. Hester Tollenaar heeft naast de zeer prettige vertaling ook het nawoord verzorgd.  

De hoofdpersoon in het dagboekachtige verhaal vaart langs de zuidkust van Frankrijk. Op de dag van vertrek, het is dan 6 april, wordt de ik-persoon door zijn scheepsbaas gewekt om aan boord te gaan. De wind is aflandig en dat is gunstig. ‘De Bel-Ami was klaar voor vertrek.’ Dat hij zijn boot ‘goede vriend’ genoemd heeft, is veelzeggend. Hij heeft het niet zo op mensen, behalve dan zijn twee matrozen. Hij gaat eenzaam door het leven en net zoals de boot langs de kust scheert, zo staat hij enigszins afzijdig van de maatschappij.

Het is vermakelijk om te lezen dat de observaties en gedachtes die zijn scherpe pen aan het licht brengt nog steeds actueel zijn. De beschrijvingen van de mensen, de villa’s en de straten geven een mooi tijdsbeeld van de belle époque, maar de thema’s die hij aansnijdt zijn universeel. Hij steekt niet onder stoelen of banken wat hij van zijn medemens vindt. Een enorme spiegel houdt De Maupassant de lezer voor, de glimlach die de beschrijvingen oproepen is daarom soms wat wrang: heeft hij het ook niet over mij, of alleen over ‘die ander’?

De mens wordt van alle kanten onder de loep genomen en tegelijkertijd voel je de zwakte en de gevoeligheid van de schipper die zijn best doet zijn eigen koers te blijven volgen en zich niet te laten afleiden door de vooroordelen, hypocrisie en kortzichtigheid die constant op de loer liggen. Zaken die niet alleen toen speelden.

dinsdag 31 mei 2022

Mannen in mijn situatie

Per Petterson – Mannen in mijn situatie, vertaald door Martin Mars. De Geus, 2019

In lange zinnen, met veel bijzinnen die als gedachtesprongen over de bladzijden waaieren, vertelt Per Petterson in Mannen in mijn situatie het verhaal van Arvid, een bijna veertiger die net een scheiding achter de rug heeft. Hij woont in Stockholm, is schrijver en worstelt zich door het leven heen. Zijn dochters zijn meegegaan met zijn vrouw Turdis. In zijn oude Mazda dwaalt Arvid door de straten, op zoek naar afleiding maar vooral naar invulling van de leegte die in deze situatie is ontstaan.


Hij kan zichzelf net in het gareel houden, maar wanneer zijn dochters bij hem zijn, wordt het lastig met de omstandigheden om te gaan en mist hij vooral hun moeder. Vrouwen die hij her en der oppikt, bieden ten dele troost. In ieder geval voor het moment, maar hij weet dat het bij één keer blijft, ondanks de wens van de vrouwen om hem vaker te zien, ondanks zijn behoefte niet alleen te zijn, maar het lukt hem niet langdurige contacten op te bouwen.

Wanneer hij een keer een weekend met zijn kinderen op pad gaat, weet hij niet goed waar hij heen zal gaan. Midden op de weg keert hij plotseling de auto waardoor ze in de greppel belanden. Vigdis, zijn oudste dochter, is even buitenwesten. Ze gaan naar het ziekenhuis, maar daar kunnen ze weinig doen. Hij hoopt dat het geen gevolgen heeft, maar zijn onverantwoordelijke rijstijl heeft wel degelijk gevolgen. Vigdis belt op dat ze voorlopig niet meer bij hem zullen komen. Of dat de keuze van zijn dochters is of dat Turids erachter zit, laat zich raden.

De leegte in zijn leven wordt hierdoor nog groter. Hij heeft hen nodig maar hij weet dat zijn dochters hem ook nodig hebben. Langzaam herpakt hij zich, weet hij weer zin aan zijn bestaan te geven. Een mooi en tragisch verhaal.

Eerder verschenen op Tzum.org

dinsdag 24 mei 2022

Corsicaanse rapsodie

Marcu Biancarelli - Corsicaanse rapsodie, Zirimiri press, 2014.

Niet eerder las ik iets van een Corsicaan en ik moet zeggen dat deze rapsodie heel goed bevallen is. Vertaald uit het Frans en die vertaling komt weer uit het Coriscaans.

Een licht misantropische boekhandelaar, Marcantonu genaamd, heeft zich teruggetrokken in de bergen. In de winter houdt hij zijn boekwinkel in de stad beneden open, in de zomer juist niet. Hij heeft een grote afkeer van toeristen, consumentisme en politiek gekonkel, het liefst trekt hij op met de paar vrienden die hij heeft. Ze gaan jagen - hoewel Marcantonu wars is van doden - vissen en drinken een biertje in hun stamcafé beneden aan de berg. Discussies over het leven, over wat waardevol is en wat niet worden afgewisseld met prachtige natuurbeschrijvingen. En dan is er nog een tweede verhaallijn, een stuk tragischer en ontluisterender, over een nietsontziend crimineel duo dat de ene na de andere misdaad begaat.
Tijdens het lezen wacht je op het moment dat beide verhaallijnen bij elkaar komen en tegelijkertijd hoop je dat de eenzaamheid die Marcantonu nastreeft hem uiteindelijk niet ten onder brengt. Een spannend en indringend verhaal dat je tot nadenken aanzet.

dinsdag 17 mei 2022

Ik dans me weer bijeen



Jo Govaerts - Ik dans me weer bijeen, Davidsfonds, 2021 


Jo Govaert debuteerde op haar 15 met de indrukwekkende bundel Hanne Ton. Ze werd alom geprezen en trad daarmee toe tot het literaire wereldje waar ze vanuit haar jeugdige onbevangenheid naar kon kijken. Daarna verschenen nog drie bundels, die nu samen met de eerste in deze verzamelbundel op de markt zijn gekomen, aangevuld met een aantal nieuwe gedichten. In het voorwoord schetst Maud Vanhauwaert de groei van Govaerts als dichteres. Achter in de bundel staat een vraaggesprek tussen Toon Horsten en Govaerts waarin ook dieper ingegaan wordt op hoe ze in aanraking kwam met literatuur en bijvoorbeeld de Poolse poëzie van Szymborska, die ze vertaald heeft.

De poëzie van Govaerts is toegankelijk en bescheiden. Ze tast de wereld om zich heen af in eenvoudige en daardoor herkenbare bewoordingen, maar waaronder vaak een diepere ontginning van het leven zit. 'Ik zie wat ik niet/zeggen kan en niet verzwijgen' Juist dat dilemma of beter nog die driesprong tussen kijken, niet kunnen zeggen en wel moeten uitspreken, tekent de gedichten. 'als ik de tijd/had zou ik diep nadenken /over de tijd (...).

vrijdag 31 december 2021

Niemand is van hier

Lodewijk van Oord - Niemand is van hier, Uitgeverij Cossee, 2019.

Lodewijk van Oord laat met zijn roman Niemand is van hier de lezer op een vindingrijke en veelzijdige manier nadenken over de vele aspecten van het postkolonialisme. Welzijnswerk, wetenschap, rijkdom, vertier, macht, dit zijn maar enkele van de beweegredenen voor de Europeaan om zich nog steeds of weer opnieuw te bemoeien met in dit geval Afrika. Van Oord velt geen oordeel over goed of slecht, maar laat het aan de lezer om dat oordeel zelf te vormen aan de hand van verschillende verhaallijnen en contrasterende personages. De ene is Rineke Friedl, een jonge biologe, reist naar île Europe, dat tussen Mozambique en Madagaskar om de rattenpopulatie onderzoeken om deze trefzeker te kunnen bestrijden.

Daartegenover staat Fliers, een wat oudere man, gescheiden, accountant, heeft vrienden met geld en is zelf ook niet onbemiddeld. Hij is min of meer op de vlucht. Een vriendje van hem heeft een bungalow aan de kust met van Mozambique, met zwembad en personeel, waar hij zich veilig waant.

Van Oord heeft zich goed ingeleefd in zijn personages en schets op treffende wijze verschillende werelden: die van de eenzame wetenschapper die een probleem komt oplossen, die van de rijke blanke die geen kwaad ziet in hulp bieden, die van de soldaat die braaf doet wat hem wordt opgedragen, die van de arme Afrikaan voor wie het niet duidelijk is wat hij wel en niet kan verwachten van de Europese bezoekers.

vrijdag 24 december 2021

Mijn koningin



Jean Baptiste Andrea - Mijn koningin, Uitgeverij Oevers, 2018.

Het is knap hoe Jean-Baptiste Andrea erin is geslaagd in zijn debuut Mijn koningin een geloofwaardig verhaal te vertellen door de ogen van een kind van een jaar of twaalf. Een kind dat niet mee kan komen met andere kinderen van zijn leeftijd, dat verstandelijk anders functioneert.

Hij wordt Shell genoemd, omdat hij altijd in een geel Shell-jasje de benzinepomp bedient van zijn ouders. Als enig kind in een afgelegen gebied in de Provence bestaat zijn wereldje uit niet meer dan het doorgaans stille pompstation, zijn weinig meelevende ouders en de berg achter het benzinestation. Hij gaat niet meer naar school, omdat hij werd gepest en weinig aansluiting met de andere kinderen had.
Toch legt hij zich niet neer bij zijn situatie. Hij vermoedt dat er in de bergen een oorlog woedt en hij neemt het besluit om te gaan helpen. Zonder zijn ouders in te lichten pakt hij zijn rugzak, het geweer van zijn vader en in alle vroegte beklimt hij de berg achter het huis om te gaan strijden.

En hoewel je aanvoelt dat dit niet goed kan gaan, heb je geen idee hoe deze jongen het gaat redden, zo alleen zonder eten en onderdak in de bergen. Keert hij terug naar huis of houdt hij vol en trekt hij verder, een desillusie tegemoet?

De schrijver toont de lezer een wereld die hem zeer waarschijnlijk vreemd is. De jaren zestig in een verafgelegen streek, maar vooral de wereld van een jongen die afwijkt van de norm. De stijl sluit naadloos aan bij de manier van denken en communiceren van de hoofdpersoon: weinig dialogen en eenvoudig taalgebruik om zijn gedachten en belevenissen weer te geven.

vrijdag 17 december 2021

Trotse bedelaars

Albert Cossery - Trotse bedelaars, uitgeverij Jurgen Maas, 2021.

Deze vierde roman van de Franse schrijver Albert Cossery (1913-2008) verscheen in 1955 en werd voor het eerste vertaald in 1987. Uitgeverij Jurgen Maas heeft nu een geactualiseerde vertaling op de markt gebracht.

Cossery is een meesterlijk verteller, in deze roman volgt hij verschillende figuren die aan de rafelranden van maatschappij de eindjes aan elkaar proberen te knopen. Ze drinken thee in theehuizen, dwalen door de stad, slapen in armoedige kamers op kranten en een bordeelbezoek hoort er ook af en toe bij. Hoewel het leven uitzichtloos is, is het verre van gecompliceerd en stralen deze bedelaars een soort innerlijke trots uit. Toch gebeurt er iets wat de levens van de drie hoofdpersonen en vrienden in de war schopt: de aan lager wal geraakte intellectueel Gohar vermoordt in een vlaag van verstandsverbijstering een jonge prostituee. Een bazige politieagent moet de moord oplossen en mengt zich zo in het leven van drie armoedzaaiers.

Cossery’s levendige beschrijvingen en komische dialogen maken de tragiek voelbaar en verre van zwaar. Mooi dat deze roman weer aandacht krijgt.

vrijdag 10 december 2021

Licht op Lissabon

Harrie Lemmens - Licht op Lissabon, uitgeverij Atlas, 2021. 


Harrie Lemmens, essayist en vertaler van vooral Portugese literatuur, laat de lezer in deze bundel met hem mee wandelen door Lissabon. Acht wandelingen in acht hoofdstukken. Elk hoofdstuk begint met een kaartje waarop de wandeling uitgestippeld staat. Uitgebreid gaat Lemmens in op de historische context van de gebouwen, cafés, restaurants, straten en pleinen waar hij langsloopt. Ook belangrijke gebeurtenissen die op de route plaatsvonden, gesprekken met mensen, delen van zijn eigen brieven passeren de revue. Hij citeert of parafraseert grote Portugese schrijvers en dichters als Pessoa en Lobo Antunes, auteurs die hij door en door kent.

Met zijn vrouw Ana Carvalho, die de prachtige begeleidende foto's maakte die in de bundel zijn opgenomen, woonde hij in Lissabon en kwam er daarna nog zeer regelmatig. Hij kent de stad als zijn broekzak en het is onvermijdelijk dat iemand die veel weet en graag vertelt soms iets te snel van de hak op de tak springt. Het zij hem vergeven, de bundel is een waar genot voor iedereen die Lissabon denkt te kennen of graag wil leren kennen.

maandag 18 oktober 2021

Figuren in een landschap

Paul Theroux - Figuren in een landschap, Uitgeverij Atlas Contact, 2019.

Reizende schrijvers of schrijvende reizigers zijn waarnemers en als ze goed zijn ook nog eens scherpe waarnemers die inzoomen en afstand nemen wanneer het nodig is. Paul Theroux heeft talloze reisverhalen en romans geschreven. Hij kan zich verplaatsen in fictieve personages (zoals in De muskietenkust waarin een vader met zijn gezin het oerwoud intrekt om daar te overleven), maar hij kan evengoed zijn medemens observeren, beluisteren en vervolgens nauwgezet en levendig beschrijven.

In deze bundel, met de treffende titel Figuren in een landschap, deelt hij zijn kennis over collega-auteurs zoals Simenon, Graham Greene, Joseph Conrad  en Henry David Thoreau. Maar ook doet hij verslag van een wandeling met Robin Williams door New York en van een ontmoeting met Oliver Sacks, de neuropsycholoog met wie hij goed bevriend was. Daartussen staan stukken over zijn eigen reiservaringen, zoals het eerste stuk waarin hij verhaalt over een drugsreis naar Peru om de hallucinerende werking van ayahuasca te ervaren. Het ‘tripje’ loopt uit op een desillusie, niet alleen door zijn medereizigers, maar ook doordat hij ziet hoezeer het regenwoud wordt aangetast door olieboringen en toerisme.

In ‘Dat ben ik: een herinnering’, gaat hij als student met een man mee naar huis die hem een lift heeft gegeven, iets wat hij beter niet had kunnen doen. Het toont Theroux’ naïviteit, maar ook nieuwsgierigheid en open geest, zoals dat ook in de andere essays duidelijk naar voren komt. Hij laat het leven op zich afkomen en bepaalt daarna tot waar hij zich laat meevoeren. En de lezer kan zich op zijn of haar beurt weer laten meevoeren door de prachtige observerende schrijfstijl van deze meesterlijk auteur, die een van de grootste figuren is in het reisschrijverslandschap.



maandag 11 oktober 2021

Over Jan Roeland

K. Schippers – Over Jan Roeland, Slibreeks nr. 152, Uitgeverij Den Boer|De Ruiter te Vlissingen, 2017.

Deeltje 152, Over Jan Roelandlijkt op het begluren of observeren van personen, zoals je dat in de trein kan doen. K. Schippers beschrijft zijn kennismaking met de schilder Jan Roeland en zijn werk. De lezer krijgt dialogen voorgeschoteld, beschrijvingen van het werk en van de ontmoetingen en wordt zo deelgenoot van het contact dat Schippers en Roeland hebben. Een vriend van Schippers, Kees Hin, vraagt hem om een tentoonstelling te openen van Jan Roeland. Daar begint het contact. Roeland schildert alledaagse objecten, zoals een tafel, een ei, een envelop, maar dan vanuit een plat perspectief. Schippers probeert niet de voorwerpen te benoemen, maar ‘wel de verdwijnmantels waarin de dingen dag in, dag uit zijn gehuld. Weet u het al wat een ei, een doos of een tafel voor uw leven heeft betekend? Is het u ontgaan?’

De tekst wordt geïllustreerd door een aantal schetsen van de kunstenaar, die zelf over zijn werkt zegt dat hij zich bezighoudt met ‘serieuze niksigheid’.
In 2016 overlijdt de schilder, wat van hem overblijft zijn schilderijen, foto’s en zijn acteerwerk in enkele films van Schippers en Kees Hin, en dit deeltje uit de Slibreeks als eerbetoon.