woensdag 27 februari 2013

De stad der blinden

José Saramago, De stad der blinden, Meulenhoff, 1998. 
   
Iedereen heeft wel eens de angst plotseling, zonder reden of ziekbed, blind te worden. Je probeert je voor te stellen hoe het is om niets meer te kunnen zien van wat je altijd zag, de wereld zal alleen nog uit herinneringen en geluiden bestaan. Je vertrouwt erop dat als je het overkomt, er genoeg hulpmiddelen zijn en mensen om je heen om toch nog en menswaardig bestaan te hebben.
In De stad der blinden verliest niet één persoon zomaar het gezichtsvermogen, maar een hele stad, een heel land. Het is een besmettelijke ziekte, de eerste groep die blind wordt, wordt daarom afgezonderd in een oude kazerne en als melaatsen behandeld. Saramago beschrijft op indringende wijze hoe het zou gaan wanneer blinden op elkaar zijn aangewezen. Normen en waarden vervagen, het wordt een strijd om eten en macht. Hij laat één vrouw niet blind worden, nota bene de vrouw van een oogarts. Zij kan onmogelijk iedereen helpen, slechts de paar mensen om haar heen probeert ze in leven te houden door op zoek te gaan naar eten.
Het is angstig om te beseffen hoe afhankelijk we zijn van onze ogen, dat het zintuig zicht misschien wel het belangrijkste is. Of zou de wereld ook in elkaar storten als niemand meer kan horen, of ruiken of proeven? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten