zaterdag 23 februari 2013

Ik ben weg

Jean Enchenoz, Ik ben weg, Parijs 1999, in het Nederlands verschenen bij De Geus, 2000.

Parijs eind jaren negentig is het decor, met een uitstapje naar Groenland; een goedverdienende galeriehouder en zijn lelijke assistent zijn de hoofdrolspelers. Een aantal vrouwen en kunstenaars hebben de bijrollen. De hoofdlijn van het verhaal? Dat alles en iedereen er vandoor gaat. Als eerste de galeriehouder, hij verlaat zijn vrouw en vertrekt vervolgens naar Groenland om zeldzame eskimokunst uit een schip te halen. Met de moderne kunst loopt het niet zo goed, dus is hij op zoek naar iets exclusiefs en authentieks. Als tweede verdwijnt de assistent, die ineens dood blijkt te zijn en dus definitief weg is. Alhoewel, definitief? Heeft de assistent misschien iets te maken met het feit dat de eskimokunst uit de galerie wordt gestolen, die daarmee ook foetsie is? En dan de vrouwen met wie de galeriehouder aanpapt. De ene keer stapt hij op, de andere keer doen zij dat.
Het is vlot geschreven en origineel. Zo is de directe rede geheel verweven in de tekst, geen aanhalingstekens openen en sluiten of streepjes aan het begin van een uitgesproken zin. Als lezer volg je op de voet de blik en gedachten van de personages, zit als het ware in het lijf van de persoon, of je nu wilt of niet. Dat leidt ertoe dat je wordt meegesleurd en doorleest.
Aan het einde komen alle uit elkaar gewaaierde levens weer bij elkaar. De assistent, de eskimokust en op de allerlaatste pagina gaat de galeriehouder op oudejaarsavond weer te rug naar het huis waar hij met zijn vrouw woonde. Ze is echter verhuisd, zegt een jong ding dat aangeschoten opendoet. Maar hij mag natuurlijk binnenkomen, er is een feestje. Even dan, zegt hij, en ik ben weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten