woensdag 1 juli 2020

Dromen van Bunker Hill

John Fante, Dromen van Bunker Hill, Thomas Rap, 1998.

‘Ik marcheerde Olive Street uit op die heldere zondagmorgen. De stad leek uitgestorven, de straat was stil. Ik stopte en luisterde. Ik hoorde niets. Het was het ge
luid van geluk. Het was mijn eigen hart dat zacht klopte, ritmisch.’

Jaredertig, Los Angeles, De jonge Arture Bandini is op weg naar het schrijversschap, naar roem, naar liefde. Dat het allemaal niet direct lukt of misschien zelfs helemaal niet gaat zoals hij verwacht had, maakt hem niet uit. Bandini is klaar voor het gevecht dat geleverd moet worden om zijn doel te bereiken. John Fante beschrijft het leven (zijn leven?) van de schrijver in spe in korte, krachtige zinnen, vol directe beeldspraak.

‘Soms schreef ik tien pagina’s. Dat vond ik niet prettig, want ik wist dat als ik productief was, ik ook waardeloos was. Meestal was ik waardeloos. Ik moest geduld hebben. Ik wist dat het zou komen. Geduld! Dat was wel de minste van mijn deugden.’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten