David Foenkinos, Charlotte, Uitgeverij Cossee, 2015.

Foenkinos heeft ervoor gekozen alle zinnen onder elkaar te
zetten. De zinnen zijn nooit langer dan één regel, vaak enkelvoudig, soms met
een korte bijzin. Hierdoor ontstaat een bepaalde cadans, een ritme waarop het
leven van Charlotte zich ontvouwt. Sommige zinnen zijn ferm en direct, maar
vaker zijn ze poëtisch en kleuren ze regel voor regel de gebeurtenissen.
Tegen het einde komt de biografie in een stroomversnelling. De
gebeurtenissen volgen elkaar snel op, het drama dient zich aan, van meerdere
kanten. Charlotte is niet aan haar einde gekomen zoals ze zelf voorzien had en
waartoe ze voorbestemd leek. Ze heeft haar leven zo intensief mogelijk geleefd.
Als ze na twee jaar werk het boek met tekeningen en teksten dichtklapt, geeft
ze het aan de vrouw die haar in Zuid-Frankrijk heeft opgevangen tijdens de
oorlog, met de worden: C’est toute ma vie.
Dankzij
Foenkinos maakt de lezer kennis met dat leven, met Charlotte, een vrouw die,
zoals zovelen, niet mocht zijn wie ze was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten