maandag 13 februari 2017

De laatste nachten van Parijs

Philippe Soupault, De laatste nachten van Parijs, Coppens&Frenks, 2012

De laatste nachten van Parijs is de meest surrealistische roman van Soupault: rode draden die door de dwaaltochten van de hoofdpersoon lopen zijn het toeval, mysterieuze scènes en het alles overheersende lege en nachtelijke Parijs. De ik uit het verhaal is in de ban van Georgette, een meisje dat als een nachtvlinder door de straten gaat, af en toe met een man een nietszeggend hotelletje in duikt om daarna weer haar tocht door de duistere straten voort te zetten. Hij ziet haar voor het eerst in een café, volgt haar en samen lopen ze door de stad.

Volgens vertaalster Mirjam de Veth schrijft Soupault niet om logisch te verklaren en het onbekende tot het bekende te herleiden, zoals ook de surrealisten de logische rede afwezen. Soupault schrijft juist ‘om de wereld die vreemd en vertrouwd is als een droom te ervaren’. En de nacht is bij uitstek geschikt om ruimte te geven aan magie en surrealistische gebeurtenissen. ’s Nachts kan alles en jaagt een ieder zijn dromen na, de dag vernauwt het leven weer tot de realiteit die zichtbaar is. Dat gold in 1928 en dat geldt nog steeds, zeker in een stad als Parijs.
Wederom een prachtige roman in een prachtige uitgave van Coppens & Frenks

Geen opmerkingen:

Een reactie posten