maandag 2 mei 2016

De preek over de val van Rome


Jérôme Ferrari, De preek over de val van Rome, De Bezige bij, 2013.


In een schitterende stijl met soms paginalange zinnen, schetst Ferrari de niet te vermijden teloorgang van grote wereldrijken. Ze komen op, bloeien in hun volle glorie en gaan ten onder. Zo ook het café op Corsica dat de twee vrienden Matthieu en Libero overnemen nadat ze de brui gegeven hebben aan hun studie filosofie in Parijs. Ze kennen Corsica, hun wortels liggen er, daarom wagen ze ook de gok.
Ze toveren de plek die vooral door lokalen werd bezocht om tot een in de weide omtrek populaire bar, ook toeristen laten zich er graag zien, niet in het minst door de aantrekkelijke serveersters die ze op aanraden van een bordeelhouder in dienst nemen.


Tot in de late uurtjes wordt er gegeten, gedronken en muziek gemaakt. Iedereen vermaakt zich, iedereen is gelukkig. Het café is uit de as herrezen en in volle bloei, net als Rome in zijn glorietijd. Maar dan brokkelt ook dit kleine imperiumpje op Corsica langzaam af. Van binnenuit begint het.
De lange zinnen, bestaande uit eindeloos veel hoofdzinnen en bijzinnen in alle mogelijke vormen en uitvoerige beschrijvingen van situaties en plekken, de terugblikken en vooruitblikken, het past bij het traag en langzaam naderende onheil. Zoiets moet je niet droog en sober beschrijven, juist de vele versiersels en prachtige beelden leiden de lezer af van wat er werkelijk gebeurt. Ferrari toont zich daar een meester in. Wanneer iets in volle bloei staat, kun je onmogelijk zien dat het al zwanger is van de dood. Maar je weet het wel. Libero en Matthieu weten het. En de lezer ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten