maandag 23 november 2015

Reisdagboeken

Albert Camus, Reisdagboeken, Kritak Passages, 1987.

Een persoonlijk verslag van de reizen die Camus maakte in 1946 en 1949 naar respectievelijk de VS en Zuid-Amerika. In 1946 is hij nog niet zo bekend. Amerika boeit hem, maar tegelijker voelt hij afkeer van de ‘moderne’ wereld. Hij spreekt in verschillende zaaltjes geïnteresseerde toe.

’s Middags met studenten. Hoewel ze duidelijk een nostalgie voelen zijn ze zich niet bewust van de kern van het probleem. In dit land waar alles moet bewijzen dat het leven niet tragisch is, ervaren zij een gemis. Die grote inspanning is roerend, maar het tragische moet je verwerpen na het in de ogen te hebben gekeken en niet van te voren.’

Het is een wat somber verslag van een reis die Camus meer uit plichtsbesef lijkt te ondernemen, dan uit pure interesse in het land.
Zijn reis naar en door Zuid-Amerika verloopt niet veel anders. Ook daar gaat hij van stad naar stad om mensen te ontmoeten en lezingen te geven.
Op de boot heen spreekt hij af en toe met wat medepassagiers, maar het liefst trekt hij zich terug om te werken.

13 juli
Een stralend zonlicht overspoelt onafgebroken het hele wateroppervlak. Een boot baadt in een verblindend licht. Gezwommen, in de zon gelegen. En de hele middag gewerkt. Over twee dagen komen we aan.

Eenmaal onderweg door Brazilië, Argentinië, Urugay en Chili, neemt zijn somberheid de overhand. Hij is moe van alle mensen om hem heen en heeft last van tuberculose.

20 augustus
Een dodelijke dag. Om 10 uur journalisten en A.; om 11 uur mijn eerste voordracht, in de universiteitsaula. (…) Dit is een open, mooi land. Ik kom wat tot rust. Om 6.30 uur mijn tweede voordracht. De ambassadeur heeft zich verplicht gevoeld met zijn wederhelft te komen. Voor mijn neus op de eerste rij zie ik koppen vol verveling en banaliteit.

Het zijn korte intrigerende observaties door de ogen van een kritisch denker: ‘Als je in de wereld in de smaak wilt vallen, moet je 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten