Hans Warren, Tussen Borssele en Parijs, Uit Geheim dagboek
1945-1951
Nog niet eerder heb ik iets gelezen van de in 2001 overleden
schrijver Hans Warren. Dit boek, dat ook nog ten dele over Parijs gaat, leek me
een aardige kennismaking met zijn werk en zijn stijl, in ieder geval voor wat
betreft de geheime dagboeken.
Warren beschrijft op pakkende wijze het kleine en kleinburgerlijke Borssele en stelt daar in de loop van het boek het grootste en wereldse Parijs tegenover. Het Parijs van de jaren veertig en vijftig waar hij als groentje uit de provincie zijn draai moet vinden: ‘De stad geeft zich niet gemakkelijk. Dat ligt aan mij. Ik ben stijf.’
Warren beschrijft op pakkende wijze het kleine en kleinburgerlijke Borssele en stelt daar in de loop van het boek het grootste en wereldse Parijs tegenover. Het Parijs van de jaren veertig en vijftig waar hij als groentje uit de provincie zijn draai moet vinden: ‘De stad geeft zich niet gemakkelijk. Dat ligt aan mij. Ik ben stijf.’
De dagboekaantekeningen over Borssele zijn meer divers en
ingrijpend: over een liefde voor een meisje, over de verhuizing uit het huis
waar hij is opgegroeid, over zijn moeder die aan een kwaadaardig gezwel komt te
overlijden. In Parijs deed Warren voornamelijk één ding: bij Pigalle op zoek
naar mannen voor een kortstondige relatie. Met verschillende mannen brengt hij
nachten door, op straat of in een onbekend bed: ‘Toen het licht begon te
worden, kon ik genieten van zijn kleur, zijn lichaamsbouw, eerst onder het
laken, later erboven.’
Zijn stijl is mooi, met zijn zinnen zit hij dicht op de huid
van alles wat hij observeert en de lezer wordt nauw betrokken bij zijn
verlangens en twijfels. Precies de goede toon voor een dagboek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten