Ben Macintry, Vergeten Vaderland, Uitgeverij Balans, 1994.
In 1886 stichtte Elisabeth Nietzsche, de zuster van de
beroemde filosoof, met haar man een kleine nederzetting in de oerwouden van
Paraguay. Veertien Duitse gezinnen vergezelden haar, geselecteerd op hun
genetische zuiverheid, hun Arische trekken en veelal slachtoffer van de
economische crisis in Duitsland. Ze verwachtten een paradijs te vinden op de
plek waar zij Nueva Germania stichtten. De aarde bleek echter moeilijk te
bewerken en het klimaat was slopend voor de blanke noorderlingen. Elisabeth
verliet de kolonie om in Duitsland het werk van haar broer te verspreiden en
mee te liften op zijn roem. Na de dood van Friedrich Nietzsche bestierde ze
zijn nalatenschap met ijzeren hand. Ze verdiende veel geld aan de herdrukken,
waaruit zij naar eigen goeddunken passages wegliet om het beter te laten
aansluiten bij haar ideeën en die van haar invloedrijke antisemitische
vrienden. De kolonie bleef ondertussen vechten om het hoofd boven water te
houden.
In eerste instantie verwachtte ik meer te weten te komen
over het wel en wee van de Duitsers in het verre Paraguay en hun drijfveren om
er te blijven. Het grootste deel van het verhaal van Macintry is echter gewijd
aan de relatie tussen Elisabeth en haar broer en aan de rol die zij gespeeld
heeft in het vergroten van zijn naamsbekendheid door zijn teksten en ideeën te
misbruiken. Maar ook dat was zeer de moeite waard om te lezen, bovendien laat
de schrijver aan het eind de enkele overgebleven Duitsers in Nueva Germania aan
het woord, waardoor ik me een goede voorstelling kon maken van het mislukte
ideaal dat meer dan honderd jaar geleden de oorzaak was van de onderneming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten