Herman Brusselmans, De man die werk vond, Prometheus, 2004
(eerste druk 1987)
Is Brusselmans een lekker stuk chocolade?
Dit is het derde deel in de reeks Nieuw Verzameld werk,
waarin de vroege boeken van Brusselmans in nieuwe uitgaven verschijnen. Op het oog
mooi uitgegeven, met een harde kaft, maar zoals de meeste boeken tegenwoordig,
is het helaas gewoon gelijmd.
Ik had nog niet eerder iets van Brusselmans gelezen, maar
toen ik dit boekje bij de Slegte aantrof, leek het mij wel het proberen waard.
Louis Tinner is een cynische bibliothecaris die de dagen met moeite doorkomt.
Hij bemant in zijn eentje een bibliotheekje met literaire werken in een soort
overheidsinstelling en houdt het liefst de deur dicht. Steeds als er geklopt
wordt, twijfelt hij of hij zich stil zal houden of de onverwachte bezoeker
binnen zal laten. Wat weten zij nu van literatuur? Onwetende meisjes splits hij
‘Reis naar het einde van de nacht’ in de maag, iemand die komt vragen of het
boek van haar broer ook in de bibliotheek staat, scheldt hij de huid vol, ze
moet niet denken dat haar broer schrijver is. Hij negeert de telefoon, wisselt
een paar maal daags enkele woorden met de koffiejuffrouw, rookt de hele dag
door sigaretten en begint in de vroege middag al zijn zelf meegebrachte bier te
drinken. De lezer voelt op zijn klompen aan dat het misgaat en dat gaat het
uiteindelijk ook.
Het is een mooi boek over verveling en het zinloos slijten
der dagen, en als de cynische ondertoon en de gevatte antwoorden die Louis
Tinner vooral denkt maar niet uitspreekt, karakteristiek zijn voor het werk van
Brusselmans, vraag ik me af of ik meer van hem moet lezen. Het zou me tegen
kunnen gaan staan of ik zou er evenveel plezier aan beleven als aan ‘De man die
werk vond’. Net als met en groot stuk chocolade dat erg lekker was, maar waar
je misselijk van zou kunnen worden als je er meer van eet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten