Georges Simenon, Maigret in Sancerre, A.W. Bruna, 1969
De detectives van Simenon zitten altijd knap in elkaar. Het
lijkt of Simenon ze even tussendoor schreef, hij schreef onnoemelijk veel, en
de lezer leest ze ook vaak even tussendoor, maar het zijn klassieke whodunnits
en whathappeneds. Maigret, bij wie ik me een soort Inspector Frost voorstel,
maar dan met een gelukkiger thuissituatie, lost met behulp van zijn adjudanten
vreemde moorden en misdrijven op. Zoals in Maigret in Sancerre, waarbij een
zelfmoord op een moord moet lijken. Maar waarom pleegt Emile Gallet niet gewoon
zelfmoord? Of was het toch een moord die op zelfmoord moest lijken. En dan zijn
er natuurlijk de mogelijke daders: de zoon van Emile Gallet die zijn vader
chanteerde, zijn geliefde die met hem samenwerkte, de weduwe die een aardige
erfenis wacht of een adellijk persoon die weer aardige sommen geld overmaakte aan
Gallet. En waarom zei Gallet dat hij handelsreiziger was in zilveren prullaria,
terwijl hij la jaren geleden ontslag had genomen?
De jaren zestig, Parijs en omgeving, sijpelen subtiel door het verhaal heen waardoor het tijdsbeeld niet overheerst en net genoeg wordt aangestipt om het verhaal geloofwaardig te maken. Prettige stoffigheid, zo zou je het ook kunnen noemen.
Gelukkig zijn er voldoende Maigrets om tussendoor te blijven lezen.
De jaren zestig, Parijs en omgeving, sijpelen subtiel door het verhaal heen waardoor het tijdsbeeld niet overheerst en net genoeg wordt aangestipt om het verhaal geloofwaardig te maken. Prettige stoffigheid, zo zou je het ook kunnen noemen.
Gelukkig zijn er voldoende Maigrets om tussendoor te blijven lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten