Naja Marie Aidt - Het boek van Carl, Querido, 2018
Het boek van Carl
van de Groenlandse schrijfster Naja Marie Aidt is zowel een ode aan haar
overleden zoon als een verwerkingsdocument. Carl is op 25-jarige leeftijd
overleden en wat de toedracht is, blijkt aan de hand van de vele
tekstfragmenten waar het boek uit is opgebouwd: dromen, dagboeknotities,
filosofische overdenkingen, gedichten, citaten en daartussendoor het verhaal
vanaf het moment dat de moeder via de telefoon hoort dat haar zoon in het
ziekenhuis ligt en het niet zal redden.
Aidt zoekt troost bij andere schrijvers die ook een dierbare
hebben verloren en dat in woorden proberen weer te vangen. Zo is Cicero’s
dochter overleden en is daardoor zijn schrijfproces op gang gekomen en schreef de
Franse auteur Jacques Roubaud over zijn jonge vrouw die overleed.
De typografie wisselt per fragment en ook opmaak van de
pagina’s. Daardoor worden de verschillende invalshoeken benadrukt en wordt de
lezer zich nog meer bewust van de chaos die er heerst in het hoofd van de
auteur.
Thomése die met Schaduwkind over de dood van zijn dochtertje
schreef, schrijft op de achterflap: ‘Mij trof meteen de meerstemmigheid, die
kennelijk vaker het gevolg is van een ondraaglijke verlies, dat ook het verlies
is van zichzelf: de auteur is in duizend stukjes gevallen.’
Dat is precies hoe het verhaal dat de auteur de lezer
voorschotelt is samengesteld: in grote en kleine fragmenten probeert de
schrijfster maar één gevoel te omschrijven: het gemis van haar zoon. En is dat
is haar op een indrukwekkende wijze gelukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten