Olivier Rolin, De weerman, vertaling Katelijke de Vuyst, Uitgeverij IJzer, 2016.
Rolin kwam op het spoor van Aleksej Feodosjevitsj Vangenhejm, de weerman, door een reis naar het verre noorden van Rusland waar hij in Archangelsk een lezing zou geven. Vandaar maakte hij een uitstapje naar de Solovetski-eilanden, een archipel in het midden van de Witte Zee. Een prachtig klooster aldaar had dienstgedaan als locatie voor een van de werkkampen onder Stalin. Hij ontmoette een van de nog levende getuigen van die gruwelijke periode en zij liet hem een boek zien van de dochter van Vangenhejm. Het boek bestond uit reproducties van de brieven die hij aan Eleonora, zijn dochter, vanuit het kamp had geschreven, maar ook tekeningen van planten en raadsels die zij moest oplossen. Hij probeerde op die manier bij te dragen aan de opvoeding van zijn dochtertje dat vier was toen hij werd weggevoerd.
Rolin
zoekt in documenten, praat met mensen die ook speuren naar tekenen van hun
verdwenen familieleden. Hij ontrafelt het leven van Vangenhejm. De weerman
krijgt dankzij de schrijver een gezicht, een leven, een bestaan. Anders zou hij
ook in de vergetelheid zijn zoekgeraakt. Maar met dit verhaal vertelt hij ook
het verhaal van de vele andere miljoenen slachtoffers van wie niets is
overgebleven.
Het boek
is als de vlam voor de onbekende soldaat, zij het dat Vangenhejm geen soldaat
was en nu niet meer onbekend is. Het is echter van belang stil te blijven staan
bij ook die zwarte periode in de vorige eeuw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten