Diederik Stevens, Hoogtij langs de Seine. Atlas, 2012.
Er zijn meer boeken over Nederlandse schrijvers in Parijs (Rue 'd Amsterdam, Parijse feesten) maar in Hoogtij langs de Seine lijkt Diederik Stevens een zo compleet mogelijk beeld te geven van Nederlandse schrijvers en kunstenaars in Parijs in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Simon Vinkenoog woont er bijna tien jaar en zijn huis is voor vele kunstzinnige Nederlanders een toevluchtsoord. Ook Campert, Wolkers en Cremer worden op de voet gevolgd tijdens hun korte en lange verblijven in Parijs.
Naast deze schrijvers hebben de Cobra-kunstenaars zoals Appel en Corneille het begin van hun carrière in Parijs doorgebracht. Een centrale plek was het pand aan de Rue Santeuil 20, waar menig beginnend schilder in armoedige omstandigheden zich op de kunst stortte.
Stevens is uitvoerig met namen en data: wie wat deed, met wie omging en waar heeft rondgehangen: in talloze galeries, cafés, restaurants, hotels en musea. Deze locaties worden ook nog afzonderlijk beschreven in het boek, dat met de plattegronden voorin en foto's her en der verspreid een overzichtelijk naslagwerk wordt dat ook nog eens in een zeer prettige stijl geschreven is.
Parijs was ontzettend belangrijk voor de naoorlogse generatie. Ontsnapt aan de soms benauwende wederopbouw in Nederland vond menig jonge schrijver en kunstenaar vrijheid en inspiratie in de Franse hoofdstad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten