Ollivier Pourriol, De schilder en het mes, De Geus, 2011
In uiterst korte
hoofdstukken, vaak niet meer enkele bladzijden, komen een kunstschilder,
zojuist geveld door een blindedarmontsteking, en zijn arts aan het woord. Ieder
hoofdstuk heeft een of meer motto's: citaten en uitspraken van bekende mensen
zoals Dali en Braque. Maar ook tijdens de gesprekken tussen beide heren
passeren kunstenaars en schrijvers (Camus) de revue of wordt er over de Mona
Lisa van Da Vinci gesproken. De wetenschapper wordt ingewijd in de kunst, leert
die te begrijpen en te waarderen. Zo ook misschien de lezer, die aan de hand
van anekdotes, over bijvoorbeeld Picasso, vragen voorgespiegeld krijgt over de
werkelijke waarde van kunst.
Een vermakelijk boek dat ondanks soms wat trage uitweidingen en overpeinzingen snelheid behoudt door de korte hoofdstukken en vele motto's. Net zoals wanneer je een schilderij bekijkt en dat kriskras doet, aangetrokken door iets wat opvalt, zo wordt ook het boek gepresenteerd, in korte stukken tekst, ieder met een eigen kleur.
Een vermakelijk boek dat ondanks soms wat trage uitweidingen en overpeinzingen snelheid behoudt door de korte hoofdstukken en vele motto's. Net zoals wanneer je een schilderij bekijkt en dat kriskras doet, aangetrokken door iets wat opvalt, zo wordt ook het boek gepresenteerd, in korte stukken tekst, ieder met een eigen kleur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten