Jaap scholten, Reisavonturen & Bedevaartstochten, Uitgeverij Contact, 2002
Zoals bij een warenhuis vroeger op de gevel stond waar het nog weer gevestigd was, zo staan op de kaft van dit boek de plaatsnamen waar de verschillende verhalen zich afspelen: Marseille, Lockenhaus, Tanger, Boekarest, Cornish (...). Daarbij spreken de palmboom en ondergaande zon, hoe cliché ook, tot de verbeelding. Dan ben ik al snel verkocht, zeker als het boek ook nog gesigneerd is door de auteur.
Het zijn vermakelijke beschrijvingen, zoals wanneer Jaap Scholten op bezoek gaat bij Saul Bellow in Tanger, 'de laatste overlevende van de generatie die Tanger roem verschafte'. Of wanneer hij in 1990 naar gravin Erzsébet Báthory op zoek gaat in Hongarije. Deze dracula-vrouw zou in haar kastelen meer dan zeshonderd jonge vrouwen hebben vermoord omdat zij ervan overtuigd was dat maagdenbloed de geest jong en de huid soepel zou houden. Een andere 'bedevaart' gaat naar Spanje, naar het huis waar Salvador Dalí, Fréderico García Lorca en Luis Buñuel hebben samengewoond. Een beroemde schilder, dichter en een filmer. Hij vindt nog één persoon die de drie heeft meegemaakt, ene José Bello, inmiddels 96 jaar oud. Deze kroongetuige vertelt smeuïge verhalen over het drietal, of eigenlijk viertal, want zelf hoorde hij er ook bij.
Scholten weet het mooi te verwoorden en zet deze -soms vergeten- beroemdheden opnieuw in de schijnwerpers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten