Hubert Mingarelli, Een maaltijd in de winter, Meulenhoff, 2012
Het boek beschrijft één dag. Op een vroege ochtend lopen de drie soldaten het kamp uit en vervolgen hun weg door het uitgestorven winterlandschap. De sneeuw ligt decimeters dik op de paden en de velden. Ze konden kiezen, of zich bemoeien met de Joodse bewoners van het kamp, of op zoek gaan naar Joden die zich verbergen in de bossen.
Ze hebben slechts wat brood zij zich, maar dat is net genoeg voor één maaltijd. De keuken was namelijk nog dicht toen ze vertrokken.
Om de zoveel tijd roken ze
een sigaret, maar eigenlijk is het te koud om met een blote hand de peuk vast
te houden. Ze wisselen af en toe een paar woorden. Emmerich deelt zijn zorgen
over zijn zoon met de anderen. De zoon rookt en hij voelt dat hij als vader op
zo’n verre afstand geen invloed heeft op dit slechte gedrag. Een fraai
contrast: zelf halen de soldaten hun genoegen uit die ene sigaret. En zelfs een
schril contrast met hun eigenlijke missie: het vinden van een jood die zich
verborgen houdt.
Het getuigt van grote klasse wanneer een schrijver een omvangrijk onderwerp of een veelomvattend thema weet te vangen in één enkele gebeurtenis. De gruwelijkheden die in de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden heeft Hubert Mingarelli bijzonder treffend weten weer te geven in deze roman Een maaltijd in de winter. Dat het draait om slechts één gebeurtenis maakt het zeker geen eenzijdig verhaal. De lezer komt er niet een-twee-drie uit: Is het slecht wat de hoofdpersonen doen of begrijpelijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten