Henry Bauchau, Het blauwe kind, De Bezige Bij, 2011.
In Het blauwe kind van de Franstalige Belgische auteur Henry Bauchau (1913), krijgt Psychoanalytica Véronique in een dagcentrum in Parijs de jongen Orion onder haar hoede. Een ontredderd kind dat in de greep is van ‘de demon van Parijs’ die hem dwingt tot agressieve handelingen. De andere kinderen in het dagcentrum lokken zijn woede-uitbarstingen uit waardoor hij stoelen en tafels tegen de muur gooit en deuren intrapt. Véronique zal hem één op één gaan begeleiden, een langdurig proces dat meer dan tien jaar in beslag zal nemen.
Bauchau beschrijft op indringende wijze de jaren die Véronique en Orion samen doorbrengen; het is niet alleen een proces waarin Orion steeds zelfstandiger wordt en zijn angsten leert bedwingen, maar ook Véronique leert van de gehandicapte jongen. Ze zoekt de kwetsbare grens tussen een professionele relatie en affectie, ze leert doorzetten op momenten dat het allemaal tegenzit, ze leert dat kleine gedragsveranderingen voor Orion grote stappen voorwaarts zijn.Het blauwe kind is een krachtige roman over de strijd van een vrouw die een gebrekkige en ontredderde jongen zijn eigen kwaliteiten leert ontdekken en hem zijn identiteit geeft, zijn eigen ‘ik’. En als ze aan het einde haar pupil los moet laten, en zij ieder hun weg gaan, blijft de lezer enigszins ontredderd achter: wie te volgen? Véronique met haar volgende patiënt of Orion als beginnend kunstenaar? Of juist je eigen weg met de inzichten die Bauchau je door het verhaal heen heeft voorgehouden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten