Luis Sepúlveda, De naam van een
torero, Meulenhoff, 1995.
Twee mannen moeten op zoek naar
een gestolen schat uit de WO II, de een voor een verzekeringsinstelling, de
ander voor een ex-nazi die de gouden munten terug wil. De mannen waren beide
guerrillastrijders en zijn aan elkaar gewaagd. Twee Duitse soldaten hadden de
gouden munten gestolen in 1941, een van hen vluchtte ermee naar Vuurland, de
ander kon Duitsland niet meer uit en is inmiddels dood. Hij heeft nooit kunnen
profiteren van de rijkdom die in het verschiet lag.
Het lijkt een spannende
jongensroman of een script van een goedkope B-film. Maar het is eerder een
geëngageerd verhaal, waar fout en goed door elkaar heen lopen. Het regime van
Pinochet, de socialistische en communistische ideologieën waardoor Latijns
Amerika in verschillende burgeroorlogen verstrikt raakte, racisme in de jaren
negentig in Duitsland, het komt in deze relatief dunne roman allemaal aan de
orde. Sepúveda’s stijl leest snel en boeit, hij doseert de informatie op de
juiste manier. Het thrillerachtige aspect voert hier en daar de boventoon,
zeker bij het plot en het is wat ongeloofwaardig dat iedereen in het boek de
naam van de stierenvechter van Hemingway kent, maar dat maakte het boek
niet minder boeiend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten