Iedereen heeft wel eens de angst
plotseling, zonder reden of ziekbed, blind te worden. Je probeert je voor te
stellen hoe het is om niets meer te kunnen zien van wat je altijd zag, de
wereld zal alleen nog uit herinneringen en geluiden bestaan. Je vertrouwt erop
dat als je het overkomt, er genoeg hulpmiddelen zijn en mensen om je heen om
toch nog en menswaardig bestaan te hebben.
In De stad der blinden
verliest niet één persoon zomaar het gezichtsvermogen, maar een hele stad, een
heel land. Het is een besmettelijke ziekte, de eerste groep die blind wordt,
wordt daarom afgezonderd in een oude kazerne en als melaatsen behandeld.
Saramago beschrijft op indringende wijze hoe het zou gaan wanneer blinden op
elkaar zijn aangewezen. Normen en waarden vervagen, het wordt een strijd om
eten en macht. Hij laat één vrouw niet blind worden, nota bene de vrouw van een
oogarts. Zij kan onmogelijk iedereen helpen, slechts de paar mensen om haar
heen probeert ze in leven te houden door op zoek te gaan naar eten.
Het is angstig om te beseffen hoe
afhankelijk we zijn van onze ogen, dat het zintuig zicht misschien wel het
belangrijkste is. Of zou de wereld ook in elkaar storten als niemand meer kan
horen, of ruiken of proeven?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten