Marcel Pagnol, Mijn kinderjaren in de Provence. De geus, 2018
Marcel Pagnol schetst in Mijn kinderjaren in de Provence op met mooie beschrijvingen en grappige dialogen zijn liefde voor zijn kindertijd. Hoewel het om een tijdperk gaat ver in het verleden en wat betreft comfort ver van ons bed - de automobiel kwam langzaam in het straatbeeld - schrijft hij zo levendig dat je met hem mee verlangt naar toen en graag met de kleine Marcel en zijn vriend Lili door de eindeloze natuur had lopen struinen op zoek naar niets.
Het vullen van de tijd ging vanzelf, je hoefde niet te bedenken welk uitstapje er vandaag weer gemaakt moest worden, welke pretparken of dierentuinen bezocht moesten worden. Niets doen, lopen, op je rug liggen in het gras, bergtoppen beklimmen, het was voldoende. Grappig is het lange pad door allerlei privétuinen die de vader met zijn gezin koste wat het kost wil nemen om zo een stuk af te snijden. Maar daar zijn langs niet alle eigenaren van de landgoederen het mee eens. Je ziet het gezin voorzichtig en stiekem struinen met alle bagage voor een verblijf van enkele weken. Een prachtig tijdsbeeld van een verdwenen tijd. De hoofdpersonen genieten van wat het leven te bieden heeft zonder op zoek te zijn naar een ultieme uitdaging of onvergetelijke ervaring. Daardoor wordt de beleving misschien nog wel intenser en blijft die je beter bij. Het is het proberen waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten