maandag 8 april 2019

Liefde tot op het bot

Yves Simon, Liefde tot op het bot, Uitgeverij Agathon, Bussum, 1979
'Het was nacht, Parijs, een parkeergarage onder de Champs-Élysées. Bleke peertjes verlichtten de rijen auto's en sjabloonletters gaven de gangen aan.'

Een onheilspellende plek om een liefdesrelatie te laten beginnen. Maar in dit boek kan het. Angéla is met een jongen die ze op straat ontmoet heeft naar een bioscoop gegaan. Als hij niet terugkomt uit de wc, gaat ze kijken. Daar blijkt hij zelfmoord te hebben gepleegd, op de grond ligt een geopend scheermes. Op de vlucht voor dit vreselijke tafereel rent ze de bioscoop uit en de straat op. In een parkeergarage stapt ze spontaan in de auto bij een wildvreemde. En dan ontstaat er een intrigerende relatie. Als een filmscript ontvouwt zich de liefde die zindert tussen Antoine, de wildvreemde autobezitter, en Angéla. En hoewel alles bruist en geluid maakt in de stad, overheerst ook een bepaalde stilte. Ze hebben moeite om zich uit te drukken en schrijven wat ze voelen op de muren van hun appartement.
'Samen doorgebrachte dagen. Nachten. 86.400 seconden vol gebaren en ongezegde woorden. Seconden van aarzelingen, van het opslaan van een ooglid, van het toeteren van een claxon, van een vulpen die morgen schrijft, van een gezicht dat op straat omkijkt, van een mond die zegt dat weet ik nog, van het eenmaal rinkelen van de telefoon, van twee monden die elkaar loslaten.'
Ze laten elkaar los en trekken elkaar aan. De beelden volgen elkaar snel op, de liefde wordt intens beleefd en leidt uiteindelijk naar een climax die onvermijdelijk is. Liefde tot op het bot.  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten