maandag 30 mei 2016

Kreutzersonate

Margriet de Moor, Kreutzersonate, Uitgeverij Contact, 2001

In een prachtige stijl beschrijft Margriet de Moor het liefdesleven van een blinde muziekcriticus. Of beter gezegd: hij, Marius van Vlooten, vertelt het zelf aan een bevriende musicoloog, die op zijn beurt de ontmoetingen met Marius in de ik-persoon vertelt. Ze treffen elkaar twee keer bij toeval op een vliegreis naar een muziekfestival. Tijdens de eerste vlucht vertelt Marius hoe hij zijn allereerste liefde verloor en zich daarna door het hoofd schoot, met zijn blindheid als gevolg. 

Het lijkt erop of Marius nooit meer verliefd kan en zal worden. Die reis leidt naar Bordeaux waar de 'ik' Marius koppelt aan Suzanna Flier, een violiste, om het tegendeel te bewijzen. Dat deel van het verhaal zien we dan door de ogen van de ik-persoon.
Tien jaar later ontmoeten ze elkaar weer op het vliegveld. Marius, een lange en sombere man, weet zich de ik-persoon nog goed te herinneren en vertelt hem maar wat graag hoe het verder is gegaan met hem en Suzanna. Minder voorspoedig dan gehoopt.

Margriet de Moor weet de spanning knap op te bouwen en voor onverwachte wendingen te zorgen. De motieven, zoals zicht en gehoor, muziek, vliegreizen, vertraagde vluchten, hoge ruimtes (Suzanna valt ergens uit een raam, de vliegreizen, Marius wil met Suzanna verhuizen naar een appartement op de 8e verdieping) dragen bij aan de gelaagdheid van het verhaal. Een geslaagde roman over een tijdloos thema: de liefde.

maandag 23 mei 2016

Een zomer met Proust





Antoine Compagnon e.a., Een zomer met Proust, Athenaeum-Polak & Van Gennep


In navolging van 'Een zomer met Montaigne' verscheen deze introductie en leesgids over het grote werk van Proust: 'Op zoek naar de verloren tijd'. Aan de hand van verschillende thema’s wordt de roman besproken: De tijd, De personages, De liefde, De plaatsen, De kunsten. Verschillende Proust-kenners komen aan het woord en vertellen waarom zij zo gegrepen zijn door deze roman en wat er zo intrigerend aan is. Ieder thema is weer onderverdeeld in korte hoofdstukken, zo komt in 'De plaatsen' Parijs aan bod, de stad waar de roman zich grotendeels afspeelt en ook de stad waar Proust leefde en schreef. In 'De tijd' gaat het over de verloren tijd en de hervonden tijd, belangrijke motieven bij Proust. Door de verschillende invalshoeken en de lange citaten ter illustratie worden degenen die 'Op zoek naar de verloren tijd' nog niet gelezen hebben nieuwsgierig gemaakt en verleid eindelijk te beginnen. Voor mensen die het al gelezen hebben is het interessant om langs de verschillende lagen in het verhaal geleid te worden om zo nieuwe inzichten te krijgen in dit belangrijke werk uit de wereldliteratuur.

maandag 16 mei 2016

Hôtel du Nord

Remco Campert, Hôtel du Nord, De Bezige Bij, 2013

Iedereen fantaseert er wel eens over om plotseling te verdwijnen. Weg uit het leven dat je leidt, weg van de mensen die je dagelijks spreekt, weg van alle beslommeringen. De hoofdpersoon uit Hôtel du Nord van Remco Campert voegt de daad bij het woord. Van verschillende kanten wordt de verdwijning van Walter Manning belicht, in dagboekfragmenten van de hoofdpersoon zelf en vanuit het perspectief van de mensen om hem heen. In eenvoudige maar zeer treffende bewoordingen, zo kenmerkend voor de stijl van Campert, beschrijft hij de verdwijning van Walter Manning en leert hij ons dat het niet evident is zo’n verdwijning vol te houden.

Hij neemt zijn intrek in een klein hotel aan de kust van Noord-Frankrijk, Hotel du Nord. Het gebied waar hij terechtkomt is niet echt onbekend, hij had er wel eens gelogeerd nadat hij er met autopech was gestrand. Op het incheckformulier van het hotel vult hij als beroep ‘schrijver’ in, voor iemand die ergens onopvallend wil verblijven niet handig. In het laagseizoen zijn er weinig gasten, de meesten zijn handelsreizigers, als er dan een eenzame schrijver aan komt waaien die niet weet hoe lang hij zal blijven, wekt dat interesse. Zijn anonimiteit lijkt helemaal in gevaar te komen wanneer hij, na de eerste dagen binnen te zijn gebleven, door het stadje gaat dwalen en aan de praat raakt met de plaatselijke journalist.

Lichtvoetigheid ontbreekt ook deze keer niet, bijvoorbeeld wanneer Manning zichzelf als schrijver typeert: Hij had een zekere handigheid met woorden en daar verdiende hij de kost mee.
Deze zin zou een understatement zijn voor Campert, wiens veelzijdige oeuvre aantoont dat hij meer dan handig is met woorden. Met Hôtel du Nord laat woordenvirtuoos Campert zien dat hij nog lang niet uitgeschreven is en zeker niet van plan is te verdwijnen uit het literaire landschap.

maandag 9 mei 2016

Het lot van de kikker

Toon Tellegen, Het lot van de kikker, Querido, 2013.


Hoe erg is het wanneer je vindt dat je zelf iets heel goed kunt, terwijl anderen daar anders over denken? Schaadt dat je zelfbewustzijn, kun je toch vasthouden aan je eigen idee?
In korte hoofdstukken wordt het leven van een kwaakgrage kikker geschetst die erg trots is op het geluid dat hij voortbrengt. In het begin is het lastig enige sympathie te voelen voor deze zelfingenomen kikker. Hij fantaseert over concerten, een eigen kwaakkoor, een winkel waar verschillende soorten gekwaak te koop zijn. Alleen zou hij in dat laatste geval zijn minst succesvolle gekwaak willen verkopen om te voorkomen dat anderen met zijn talent de show stelen. 

De dieren hebben het er maar moeilijk mee, zo’n lieve kikker die met zijn kwaken de anderen denkt te verblijden. En juist door dat contrast wordt de kikker nog menselijker dan hij al was. Hoe vaak denken we zelf niet bij iemand ‘dat zou wel wat minder kunnen’ of  ‘ziet zij dan helemaal niet dat we daar niet op zitten te wachten?’ Maar hoe maak je dat duidelijk? En in hoeverre strookt je zelfbeeld met het beeld dat anderen van je hebben?
Dit gemis aan zelfreflectie maakt de kikker aandoenlijk. ‘Waarom begrijp je niet dat je gekwaak niet altijd gewenst is, laat staan altijd fantastisch is om aan te horen’, zou je hem willen toefluisteren. ‘Doe het eens wat minder, dan zal je meer gewaardeerd worden.’

Je begrijpt de kikker, maar ook de andere dieren. En misschien begrijp je na dit verhaal ook een beetje meer van jezelf en de mensen om je heen. Toon Tellegen weet met deze zelfingenomen kikker de lezer wederom op vermakelijke wijze een spiegel voor te houden. 

maandag 2 mei 2016

De preek over de val van Rome


Jérôme Ferrari, De preek over de val van Rome, De Bezige bij, 2013.


In een schitterende stijl met soms paginalange zinnen, schetst Ferrari de niet te vermijden teloorgang van grote wereldrijken. Ze komen op, bloeien in hun volle glorie en gaan ten onder. Zo ook het café op Corsica dat de twee vrienden Matthieu en Libero overnemen nadat ze de brui gegeven hebben aan hun studie filosofie in Parijs. Ze kennen Corsica, hun wortels liggen er, daarom wagen ze ook de gok.
Ze toveren de plek die vooral door lokalen werd bezocht om tot een in de weide omtrek populaire bar, ook toeristen laten zich er graag zien, niet in het minst door de aantrekkelijke serveersters die ze op aanraden van een bordeelhouder in dienst nemen.


Tot in de late uurtjes wordt er gegeten, gedronken en muziek gemaakt. Iedereen vermaakt zich, iedereen is gelukkig. Het café is uit de as herrezen en in volle bloei, net als Rome in zijn glorietijd. Maar dan brokkelt ook dit kleine imperiumpje op Corsica langzaam af. Van binnenuit begint het.
De lange zinnen, bestaande uit eindeloos veel hoofdzinnen en bijzinnen in alle mogelijke vormen en uitvoerige beschrijvingen van situaties en plekken, de terugblikken en vooruitblikken, het past bij het traag en langzaam naderende onheil. Zoiets moet je niet droog en sober beschrijven, juist de vele versiersels en prachtige beelden leiden de lezer af van wat er werkelijk gebeurt. Ferrari toont zich daar een meester in. Wanneer iets in volle bloei staat, kun je onmogelijk zien dat het al zwanger is van de dood. Maar je weet het wel. Libero en Matthieu weten het. En de lezer ook.